Marketing Report
[DPG Grow] Wie zijn de ouders van nu? nieuws

[DPG Grow] Wie zijn de ouders van nu?

Hoe ervaren ouders van nu het ouderschap? En hoe combineren zij hun werk, gezin en vrije tijd? In 2015 deed CHOICE insight + strategy hier al onderzoek naar, dit jaar deden zij dat opnieuw in opdracht van Ouders van Nu. DPG Grow bundelde de resultaten in een artikel en handige infographic.

Wie zijn de Ouders van Nu?

De ouders van nu hebben gemiddeld 1,55 kinderen. Daarvan werden bijna 180.000 baby’s geboren in 2021 en in 23 procent van de gevallen hebben de kinderen maar één ouder. Mannen zijn met gemiddeld 32,8 jaar net iets ouder dan vrouwen (31,6 jaar) als ze kinderen krijgen (bron: CBS).

In dit onderzoek zijn drie groepen ouders te herkennen:

  1. Beschermend en voorbereidend: deze ouders tonen bovenmatige interesse in gezondheid en veiligheid. Van deze groep is 55 procent zwanger van het eerste kind. 64 procent van deze groep is hoger opgeleid. Gemiddeld is deze groep 32,1 jaar oud. 
  2. Overweldigend: deze ouders hebben van huis uit veel regels meegekregen. Zelf willen ouders juist zelfvertrouwen aan hun kinderen meegeven (88 procent). 71 procent van deze groep heeft minimaal 1 kind, 69 procent is hoger opgeleid en gemiddeld is de groep 32,7 jaar oud.
  3. Ambitieus en groen: de ambitieuze en groene ouders hebben veel interesse in klimaat en recycling. Maar liefst 79 procent is hoger opgeleid, 63 procent heeft 1 kind en gemiddeld zijn de ouders 32,9 jaar oud.

Zo ervaren ouders het ouderschap

Gevraagd naar de effecten van hun ouderschap noemen de ouders vooral verantwoordelijkheid (75 procent). Daarnaast heeft het ouderschap relatief veel effect op het ervaren van geluk (66 procent), trots (47 procent) en plezier (26 procent).

Andersom heeft het ouderschap voor 18 procent van de ouders effect op zorgen, voor 17 procent op vermoeidheid en voor 16 procent op zingeving. 97 procent ervaart geen zelfvertrouwen als effect van het ouderschap.

De ouders geven zichzelf in 2 procent van de gevallen een onvoldoende als ouder, hetzelfde percentage als in 2015. Maar liefst 48 procent geeft zichzelf een voldoende (33 procent in 2015) en 49 procent schat zichzelf in als (zeer) goed (65 procent in 2015). Wat dat betreft lijkt de tevredenheid iets gedaald, van vooral ‘(zeer) goed’ naar ‘voldoende’. 

Opvallend is verder dat 81 procent van de ouders zelfvertrouwen meegeeft aan de kinderen (29 procent kreeg dit zelf), dat 20 procent van de ouders duidelijke regels meegeeft aan de kinderen (42 procent kreeg dit zelf) en dat ouders gemiddeld 37 procent meer tevreden zijn over het ouderschap van hun partner dan over dat van zichzelf.

Wat ouders vooral niet willen doen

Gevraagd naar wat aanstaande ouders vooral niet willen doen met hun kinderen geven ze aan geen smartphone te willen geven om de kinderen zoet te houden (72 procent, dat was 84 procent in 2015), geen speelgoed te kopen waar de ouders zelf niet achter staan (61 procent, dat was 74 procent in 2015) en geen producten in de winkel te kopen waar het kind om vraagt (53 procent, dat was 68 procent in 2015). 

Ook het delen van foto’s van kinderen op social media (49 procent), aparte maaltijden koken voor de kinderen (48 procent) en meer kleding kopen voor kinderen dan voor zichzelf (11 procent) blijken populair als het gaat om wat niet te willen doen.

Ondanks de goede voornemens blijkt dat ouders vooral meer kleding voor de kinderen kopen dan voor zichzelf (47 procent, dat was 55 procent in 2015), een smartphone geven om de kinderen zoet te houden (38 procent, dat was 34 procent in 2015) en rekening houden met de wensen van de kinderen bij het winkelen (19 procent, dat was 21 procent in 2015).

Het kopen van ‘fout’ speelgoed, apart koken voor het kind en zonder make-up de deur uit gaan, doen ouders inderdaad relatief weinig. Het lijkt makkelijker om daaraan vast te houden.

Meer tijd voor werk en de eigen carrière…

Het valt op dat ouders meer tijd besteden aan werk dan in 2015. Maar liefst 52 procent van de ouders besteedt tussen een derde en twee derde van alle beschikbare tijd aan het werkzame leven. Dat was in 2015 nog maar 39 procent.

Van de ouders die meer dan 33 uur per week werken zou maar liefst 67 procent liever minder werken. Ten opzichte van 2015 vinden ouders het salaris bovendien zo’n 30 procent belangrijker.

… met hulp van de kinderopvang

Zowel het kinderdagverblijf, de grootouders als de buitenschoolse opvang zijn populairder dan in 2015. Maar liefst 63 procent van de ouders brengt de kinderen naar een kinderdagverblijf (dat was 43 procent in 2015), 60 procent brengt de kinderen naar de grootouders (dat was 55 procent in 2015) en 15 procent van de ouders kiest voor de buitenschoolse opvang (dat was 5 procent in 2015). 

Ouders zijn positiever over de kinderopvang en voelen zich daarover minder schuldig dan in 2015. Met gemiddeld 2,7 dagen opvang ten opzichte van 2,5 dagen in 2015 wordt er slechts iets meer gebruik van gemaakt in absolute dagen.

Minder tijd voor aankopen en vrije tijd

Uit het onderzoek blijkt dat ouders sinds de zwangerschap of geboorte vooral minder:

  • Winkelen (76 procent, dat was 70 procent in 2015)
  • Sociale afspraken hebben (76 procent, dat was 70 procent in 2015)
  • Sporten (75 procent, dat was 70 procent in 2015)
  • Tijd hebben voor persoonlijke verzorging (61 procent, dat was 53 procent in 2015)
  • Uitstapjes doen (51 procent, dat was 55 procent in 2015)
  • Gezond eten (24 procent, dat was 9 procent in 2015)

 

Zo’n 36 procent van de ouders heeft geen nieuwe vriendschappen gemaakt (dat was 28 procent in 2015). Hier staat tegenover dat 41 procent geen tijd heeft om vriendschappen te onderhouden, terwijl dat in 2015 nog 46 procent was.

 

Mediagebruik door de ouders van nu

De grootste stijging in mediagebruik geldt voor apps (69 procent ten opzichte van 42 procent in 2015), streamingdiensten (60 procent ten opzichte van onbekend in 2015) en tijdschriften (34 procent ten opzichte van 22 procent in 2015). 

Ze gebruiken ondertussen vooral websites (74 procent), apps (69 procent) en streamingdiensten (60 procent) om media te consumeren. Zo’n 70 procent geeft aan vooral op zoek te zijn naar meer informatie over voeding, iets dat in 2015 nog 59 procent was.

Bij het gebruik van media geeft 34 procent van de ouders aan het best bereikt te worden door gepersonaliseerde advertenties. Dat was in 2015 nog 24 procent, dus relevante, gepersonaliseerde advertenties lijken zich bij steeds meer ouders te bewijzen.

 

Bekijk hier de infographic met alle resultaten

Het onderzoek is in augustus 2022 uitgevoerd onder 1095 respondenten. In 2015 werden dezelfde vragen al eens gesteld. Dat maakt het mogelijk om de resultaten van toen te vergelijken met die van nu.

www.dpggrow.nl

 

 

Uitgelicht





Abonneer je op onze gratis dagelijkse nieuwsbrief