Marketing Report
[Onderzoek] Posten, scrollen, appen en snappen: Jongeren geïnspireerd door social media

[Onderzoek] Posten, scrollen, appen en snappen: Jongeren geïnspireerd door social media

De gevoelens van 14- en 15-jarigen tijdens het posten, scrollen, appen en snappen zijn vaker positief dan negatief. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam onder bijna duizend 14- en 15-jarigen in Nederland.

Welke social media zijn het populairst bij jongeren? Hoe gaan jongeren om met social media? Voelen ze zich er jaloers of onzeker door, of juist vrolijk en geïnspireerd? Het onderzoek is uitgevoerd binnen Project AWeSome: Adolescents, Well-being & Social Media van het onderzoekscentrum Jeugd en Media van de UvA.

WhatsApp blijkt het meest gebruikt door de ondervraagde jongeren: 96 procent gebruikt het. Instagram is een goede tweede (83 procent), op de voet gevolgd door YouTube (82 procent). Daarna komt Snapchat (67 procent) en pas veel later Facebook (35 procent), Pinterest (21 procent), Twitter (9 procent), en TikTok (8 procent). Ook blijkt dat gamen een sociale activiteit is, waarbij heel wat af gecommuniceerd wordt. Vrijwel alle jongeren (91 procent) gamen. De meeste van deze gamers (62 procent) communiceren over het gamen, via de game zelf (70 procent), via WhatsApp (66 procent) of andere platformen, zoals Discord (26 procent).

Social media zijn bij uitstek geschikt om jezelf te spiegelen aan anderen. Toch gebeurt dat minder vaak dan je zou verwachten. Minder dan de helft (41 procent) zegt zichzelf soms of vaker met anderen te vergelijken als ze op WhatsApp, Instagram of Snapchat zitten. De onderwerpen waarover jongeren zichzelf vergelijken, zoals hoeveel leuke dingen ze doen of hoe sportief ze zijn, ontlopen elkaar weinig. Maar jongens en meisjes verschillen daar wel in. Ruim de helft van de meisjes (53 procent) vergelijkt zich ‘soms’ tot ‘vaak’ met anderen over hoe ze eruitzien, tegenover 40 procent van de jongens. Ook zegt 38 procent van de meisjes dat ze vergelijken hoe populair ze zijn, tegenover 28 procent van de jongens.

In tegenstelling tot wat soms gedacht wordt dat alle mooimakerij op social media het zelfbeeld van jongeren ondermijnt blijken de positieve gevoelens de overhand te hebben. Bijna de helft van de jongeren (44 procent) zegt ‘soms’ tot ‘heel vaak’ positiever naar zichzelf te kijken als ze zich online met anderen vergelijken. Een kleiner deel zegt erdoor geïnspireerd te raken (41 procent), of trots op zichzelf te worden (40 procent). Negatieve gevoelens komen ook voor, maar minder vaak: jaloezie (22 procent), onzekerheid (21 procent) en somberheid (19 procent).
 
Doordeweeks kijkt de helft van de jongeren (50 procent) nog na 10 uur ‘s avonds op de telefoon, waarvan 7 procent nog na middernacht. Etenstijd lijkt redelijk telefoonluw te zijn: bijna drie kwart van de jongeren (73 procent) gebruikt de telefoon niet of nauwelijks tijdens het eten. Jongeren realiseren zich goed, als je ernaar vraagt, dat ze social media te lang gebruiken of op momenten dat ze eigenlijk iets anders zouden moeten doen. Meer dan de helft (59 procent) zegt regelmatig langer op social media te zitten dan ze eigenlijk zouden willen. En 80 procent zit regelmatig op social media terwijl ze eigenlijk iets anders hadden moeten doen.

De bevindingen van het onderzoek zijn te lezen in het publieksrapport Posten, scrollen, appen en snappen. Het rapport is de eerste publicatie van het team van project AWeSome, dat onder leiding staat van prof. dr. Patti Valkenburg. Binnen dit project wordt de komende jaren met regelmaat gepubliceerd over de effecten van social media op het welbevinden van jongeren.

Het volledige onderzoek is te vinden door hier op te klikken.

www.project-awesome.nl
www.uva.nl

 

 

Uitgelicht





Abonneer je op onze gratis dagelijkse nieuwsbrief